Witbrood met een raster er op! Dat geeft zo'n brood nét een beetje meer, vind je ook niet? Ik maakte het raster met een rasterroller.

Laatst had ik, met die roller, een appelvlaai gemaakt. Maar je kunt natuurlijk veel meer met zo'n rasterroller dan alleen maar taarten maken. Ik besloot er een brood mee te maken.

Dat was nog wel even puzzelen trouwens! Na de eerste rijs had ik het deeg opgebold, een mooi raster gemaakt en dat daarna over de deegbal gelegd. Daarna maakte ik alleen de fout om het brood opnieuw een uur te laten rijzen. In het begin checkte ik nog wel een keer hoe dat ging, maar daarna had ik het zo druk met andere dingen, dat ik pas weer een kijkje nam toen het uur voorbij was. Toen was het brood prachtig gerezen... en het raster ook. Daar was helemaal niks meer van over, het was helemaal stuk getrokken! :-( Daar had ik in mijn ijver totaal geen rekening mee gehouden.

Ik ging dus opnieuw aan de slag, maar deed het dit keer anders: bij het vormen van het brood rekte ik het raster maar een heel klein beetje uit, zodat het tijdens het rijzen minder snel stuk zo trekken. En ik sloeg de tweede rijs over; in plaats daarvan schoof ik het brood direct in de oven. 

En dan denk je misschien dat het brood door het ontbreken van die tweede rijs zwaar en compact was geworden, maar dat was helemaal niet het geval! Het werd een prachtig luchtig witbrood. Ik bakte 'm op een zaterdagmiddag (zo'n mooi weekendproject) en eigenlijk zouden we die avond aardappel-courgetteschotel eten. Maar het brood rook zo lekker dat we de planning omgooiden: die avond aten we soep met lekker vers brood! :-) 

Ingrediënten voor 1 brood

• 500 gram tarwebloem (ik gebruikte Franse tarwebloem type 55)
• 9 gram zout
• 7 gram droge gist (1 zakje)
• 300 ml handwarm water

En zo maak je 'm

1. Doe de bloem en zout in een kom. Roer met een garde door elkaar. Voeg daarna de gist toe en roer nogmaals door elkaar met de garde.
2. Voeg het water toe en kneed met de hand ongeveer 20 minuten, tot je een soepel deeg hebt waar je een vliesje van kunt trekken (het scheurt dan dus niet meer). Je hoeft geen extra bloem toe te voegen, het deeg wordt vanzelf minder plakkerig! 10-15 minuten kneden in de standmixer kan ook. 
3. Vet een kom licht in met zonnebloemolie en leg de deegbal er in. Dek af met plastic en laat bij kamertemperatuur ongeveer 1 uur rijzen, tot het twee keer zo groot is.
4. Verwarm de oven intussen voor op 220 graden. Laat een plat metalen bakblik of een braadslede onderin de oven mee voorverwarmen. 
5. Leg het gerezen deeg op je met bloem bestoven werkblad en druk de lucht er uit.
6. Steek met een deegsteker ongeveer 1/4 van het deeg er af en leg dit aan de kant. Bol de rest van het deeg met de hand op tot een ronde of ovale deegbal. Leg dit op een met bakpapier beklede bakplaat. 
7. Bestuif je werkblad zo nodig nogmaals goed met bloem. Rol het apart gelegde stuk deeg met de deegroller uit tot een platte deeglap. Ga er daarna met de rasterroller over heen. Bestrijk de deegbal op de bakplaat met een kwastje met wat water. Leg daarna voorzichtig het raster er over heen en druk zachtjes aan. Trek het raster niet te ver uit elkaar! Tijdens het bakken gaan het brood én het raster rijzen, en je wilt niet dat het raster daardoor breekt. Schuif of vouw het overtallige rasterdeeg onder het brood. Ik deed dat deels met mijn handen door het brood een beetje op te tillen, en deels met een grote deegsteker.
8. Giet een kopje water in het bakblik onderin de oven. Dat zorgt voor stoom, waardoor het brood nog beter rijst. Schuif de bakplaat in de oven. Bak het brood in 30 minuten gaar, totdat de kerntemperatuur 95 graden is of (als je geen kernthermometer hebt) het brood hol klinkt als je op de onderkant klopt. Laat het brood afkoelen op een rooster.