Ik bak heel vaak een bepaald soort koeken op verzoek van de mannen thuis. Deze koekjes dus ook: "Wanneer ga je eens Jan Hagel bakken? Die vinden wij zo lekker..." Groot gelijk hebben ze - het zijn ook één van mijn favoriete koekjes! Je eet zo in je eentje de hele koektrommel leeg (je bent gewaarschuwd)... 

Ik heb wel eens eerder Jan Hagel gebakken, maar dat is echt al wel 5 of 6 jaar geleden. Hoog tijd dus om ze weer eens een keer te maken. En ze zijn eigenlijk heel erg makkelijk om te maken, wist je dat?

Ingrediënten voor ongeveer 40 koekjes

• 300 gram tarwebloem
• 195 gram ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
• 120 gram witte basterdsuiker
• 1 theelepel kaneel
• 1 theelepel bakpoeder, gezeefd
• 1 ei, geklutst (de helft daarvan gebruik je voor het deeg, de andere helft voor het bestrijken van het deeg)
• 40 gram amandelschaafsel
• 50 gram kleine parelsuiker

En zo maak je ze

1. Verwarm de oven voor op 175 graden. 
2. Kneed de bloem, roomboter, basterdsuiker, kaneel, bakpoeder en een half geklutst ei door elkaar tot een glad deeg. 
3. Leg het deeg op een vel bakpapier. Leg er een tweede vel bakpapier bovenop. Rol het deeg daarna met een deegroller uit tot een lap van ongeveer 38 x 42 cm. Zorg er voor dat je een randje bakpapier vrij laat. Haal het bovenste vel bakpapier er weer af.
4. Bestrijk het deeg met het overgebleven halve geklutste ei. 
5. Strooi de parelsuiker en amandelschaafsel over het deeg en druk dat een beetje aan. 
6. Schuif de bakplaat in de oven en bak de koeken in 15-20 minuten goudbruin. 
7. Haal de bakplaat uit de oven & snijd er, terwijl de hete koek nog op de (ook) hete bakplaat ligt, met een scherp mesje of pizzasnijder koekjes uit (voorzichtig dus, je moet je handen niet branden!). Laat de koekjes daarna op de bakplaat verder afkoelen en uitharden. Haal de koekjes pas uit elkaar als ze helemaal zijn afgekoeld.