Dit kwam ik twee jaar geleden in Roemenië tegen: gogoși! Dat zijn zoete Roemeense donuts die heel erg veel op oliebollen lijken. Je kunt ze heel eenvoudig zelf maken. 

De gogoși worden het mooist als je het deeg niet te dik uitrolt. Mijn eerste deegrondjes waren wat te plat, waardoor de gogoși ook vrij plat uit de hete olie kwamen. Veel minder mooi en lekker natuurlijk. Zodra ik de deegrondjes dikker maakte lukten ze veel beter! 

Ingrediënten voor 20-30 stuks

• 500 gram bloem
• 1 theelepel zout
• 2 zakjes vanillesuiker
• 100 gram fijne kristalsuiker
• 7 gram droge gist
• 3 eidooiers
• 250 ml warm water
• 60 gram gesmolten ongezouten roomboter
• 700-1000 ml zonnebloemolie
• poedersuiker

En zo maak je ze

1. Roer de bloem, zout, vanillesuiker en suiker met een garde door elkaar. Roer daarna de gist er door. 
2. Doe de eidooiers, het water en de gesmolten boter er bij en kneed het tot een soepel en egaal deeg.
3. Doe het deeg in een kom, dek het af en laat het bij kamertemperatuur 1 uur rijzen. 
4. Bestuif je werkblad met wat bloem en rol het deeg met een deegroller uit tot een lap van minstens 1 centimeter dik. Zeker niet dunner! Steek er met een ronde uitsteker rondjes uit. Laat de rondjes op het aanrecht 30 minuten rijzen. 
5. Giet de zonnebloemolie in een grote wok en verhit de olie totdat die walmt. Draai het vuur dan naar middelhoog. 
6. Schep een paar deegrondjes in de pan met olie en frituur ze aan beide kanten tot ze licht goudbruin zijn. Het hangt een beetje van de temperatuur van je olie en van de dikte van de deegrondjes af hoe snel dat gaat. Bij mij ging het heel snel. 
7. Schep de gogoși uit de pan en laat ze uitlekken op een rooster. Bestrooi ze royaal met poedersuiker voor je ze opeet.