Poğaça zijn luchtige Turkse broodjes die je gewoon zó kunt eten, of met een vulling er in. Ik was helemaal niet van plan om ze te maken... er zit een heel verhaal vast aan deze broodjes!

Dat zit zo. Ik zou eigenlijk Turkse pides (een soort pizza'tjes) met gekruid gehakt gaan maken. Het deeg daarvoor had ik 's middags gemaakt en was tegen het eind van de middag heel mooi gerezen. Klaar om er mee aan de slag te gaan, maar ik besloot eerst nog even een appel te eten.  

So far so good. Tot er een enorm stuk van één van mijn kiezen brak! Dikke pech. :-( Dus ik hup, in de auto naar de tandarts. Daar was ik net drie dagen eerder ook al geweest om een vulling die niet deugde te laten bijwerken, maar ach, ik kom er zo graag, dus dit kon er ook nog wel bij!

En dat deeg stond dus vrolijk verder te rijzen in de keuken... Het was inmiddels etenstijd, dus de mannen thuis besloten om maar iets anders te eten. Geef ze eens ongelijk. Toen ik 's avonds weer thuis was heb ik zelf ook gauw een broodje gesmeerd. Honger!

Maar ja, dat deeg, hè? Weggooien kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Het was zo mooi gerezen! Dus ik besloot om er dan maar broodjes van te bakken. En ze bleken nog een naam te hebben ook: poğaça. Die kun je dus zó eten, of vullen met wat je maar wilt. Witte kaas, olijven, gehakt, aardappels, tomaten, spinazie, walnoten: alles kan er in.

Wij aten er 's avonds laat dus nog lekker een broodje. Vers & warm uit de oven... lekker! En de volgende ochtend bakte ik ze nog eventjes in de oven met wat kaas met sambal er in. O ja, en mocht je het willen weten: die kies is weer keurig hersteld, hoor! :-)

Ingrediënten voor 8 broodjes

• 500 gram bloem
• 10 gram zout
• 38 ml zonnebloemolie
• 300 ml lauwwarme halfvolle melk
• 1 eiwit
• 1 eetlepel kristalsuiker
• 7 gram instantgist
• beetje sesam- en/of maanzaad

En zo maak je ze

1. Meng in een grote mengkom het zout door de bloem.
2. Kluts met een garde in een andere kom de zonnebloemolie, melk, het eiwit, de suiker en gist door elkaar. Laat een paar minuten staan.
3. Doe de droge ingrediënten bij de natte en kneed met je handen tot een soepel deeg. Een paar minuten in de standmixer kneden kan ook. 
4. Doe het deeg in een licht ingevette kom, dek die af en laat het deeg bij kamertemperatuur 1-2 uur rijzen, tot het minstens twee keer zo groot is. 
5. Verwarm de oven voor op 220 graden.
6. Bestuif je werkblad met een beetje bloem. Stort het deeg er op en druk met je handen de lucht uit het deeg. Kneed het deeg nog even kort door.
7. Verdeel het deeg in 8 even grote stukken (ik deed dat met een deegsteker). Rol elk stuk uit tot een lange deegsliert en vlecht daar een mooi broodje van. Op de foto's zie je hoe je dat doet. De deegstukjes opbollen tot ronde bolletjes kan natuurlijk ook, als je geen zin hebt in al dat vlechtwerk. 
8. Wil je liever gevulde broodjes? Druk dan elk deegstukje plat met je hand, leg er vulling op (niet helemaal tot aan de rand) en vouw het broodje dubbel. Druk de randen goed aan.
9. Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Bedek met plastic en laat nog 15 minuten rijzen. Maak de broodjes dan met wat koud water een beetje nat en strooi er sesam- of maanzaad over heen. 
10. Bak de broodjes in 15-20 minuten gaar en goudbruin.