Deze koeken heb ik al heel lang niet meer gegeten (en dat terwijl ik ze zo lekker vind): gevulde appelkoeken met een raster er op. Echte koeken voor op zondag bij de koffie. Je kunt ze gewoon in elke supermarkt kopen, maar zelf maken is natuurlijk veel leuker (én lekkerder)!

Het recept voor deze koeken is helemaal niet zo ingewikkeld. Je hebt er vooral even wat tijd voor nodig, want het maken van de rasters er op is wel een klein klusje. Maar afgezien daarvan zijn de koeken - inclusief de zelf gemaakte vulling - makkelijk om te maken! 

Ik bakte de koeken in het weekend en gelukkig kregen wij diezelfde zondagmiddag ongepland visite. Dat kwam perfect uit dus, want wij hadden zondagse koeken klaar liggen! :-)  
 

Ingrediënten voor 6 koeken

• 180 gram bloem
• 90 gram witte basterdsuiker
• 4,5 gram bakpoeder
• snuf zout
• 0,5 theelepel kaneelpoeder
• 100 gram ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
• 0,5 theelepel Dr. Oetker citroenrasp
• 0,5 middelgroot ei, geklutst
• evt. 0,5 theelepel water

Voor de appelvulling:

• 180 gram appels, geschild en in blokjes
• 3 theelepels water
• 0,25 theelepel kaneelpoeder
• 18 gram kristalsuiker
• 3,5 gram maïzena

En verder:

• 1 geklutst ei om mee te bestrijken

En zo maak je ze

1. Roer met een garde de bloem, suiker, bakpoeder, zout en kaneel door elkaar. Doe de boter, citroenrasp en ei er bij en kneed het met je handen tot een soepel deeg. Als het deeg te droog is, doe er dan eventueel een halve theelepel water bij. 
2. Leg de deegbal een uur in de koelkast. 
3. Doe de appelblokjes, kaneel en water in een pan en breng het aan de kook. Laat het al roerend op middelhoog vuur een minuut of 10 sudderen totdat de appelblokjes zacht zijn. Doe daarna de suiker en maïzena bij de appelblokjes en roer het goed door elkaar, totdat het is ingedikt. 
4. Haal de pan van het vuur en pureer de appelblokjes met een staafmixer tot moes. Laat de moes afkoelen. 
5. Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
6. Bestuif je werkblad en deegroller met bloem. Verdeel het deeg in tweeën. Rol beide helften uit tot een dunne lap. Steek met een ronde uitsteekvorm van 9 cm doorsnede 6 rondjes uit het deeg en leg die op de bakplaat. 
7. Doe in het midden van elk deegrondje 1-2 eetlepels appelmoes en verdeel dat gelijkmatig over de rondjes. Houd 1/2-1 cm deeg vanaf de rand vrij van appelmoes. 
8. Snijd smalle stroken van het uitgerolde deeg en leg over elk deegrondje 3 reepjes en daarna 3 reepjes daar scheef over heen, zodat je een ruitvorm krijgt. Zie ook de foto's rechts onderaan deze pagina.
9. Steek met een ronde uitsteekvorm van 9 cm doorsnede 6 rondjes uit het deeg. Steek uit die rondjes weer rondjes met een uitsteker van zo'n 7 of 8 cm doorsnede, zodat je een ring over houdt. Leg de deegringen over de deegrasters op de koeken, zodat elke koek er weer netjes uitziet. Zie ook de foto's rechts onderaan deze pagina.
10. Zet de uitsteekvorm van 9 cm doorsnede over de koeken heen en snijd zo al het overtollige deeg er af (zie ook de foto's rechts onderaan deze pagina). Druk daarna de randen van de koeken voorzichtig aan. 
11. Bestrijk elke koek met geklutst ei. Bestrijk de koeken na een minuut of 5 nogmaals met ei. Door dit twee keer te doen krijg je straks die mooie goudbruine kleur op de koeken. 
12. Bak de koeken in 13-15 minuten goudbruin in de oven. Laat ze daarna afkoelen op een rooster.