Wie kent er nog gruttenkoeken? Dat is volgens mij een héél oud gerecht - ik kende het in elk geval niet. Ik bakte ze met boekweithagel. Lekker met stroop er bij!

Boekweit is geen graansoort, maar het is het zaad van een kruidachtige plant. Boekweit is één van de weinige gewassen die goed groeit op arme zandgrond, en was daarom vroeger een belangrijk voedingsmiddel. Er werd vooral veel pap van gemaakt, maar je kunt er dus ook koeken van bakken.  

Deze gruttenkoeken zijn warm het lekkerst, zeker met een scheut zoete stroop er bij. Ze smaken dan wel wat naar een stevig soort pannenkoek. Al heb je met deze koeken wel wat meer werk dan met het bakken van een simpele pannenkoek! 

Ingrediënten voor 12 koeken

• 1 liter halfvolle melk
• 200 gram boekweithagel
• mespuntje zout
• handje bloem
• bakboter
• keukenstroop

En zo maak je ze

1. Breng de melk, boekweithagel en het zout in een pan aan de koek. Laat het zachtjes zo'n 45-60 minuten koken - ondertussen af en toe doorroeren - totdat een lepel er rechtop in blijft staan.
2. Schep de brij in een ronde, ingevette springvorm. Laat afkoelen.
3. Snijd de gruttenkoek in 12 punten. Haal elke punt aan alle kanten door de bloem.
4. Verhit wat olie of boter in een koekenpan, en bak de gruttenkoeken in een paar minuten aan beide kanten goudbruin.
5. Serveer de koeken warm met wat keukenstroop.