Ik zag een foto van jodenkoeken voorbij komen en dacht: die wil ik óók bakken! En voilà, een stapel jodenkoeken gebakken :-) 

Waar de naam van de koeken vandaan komt is niet helemaal duidelijk: het zou kunnen komen van een Joodse bakker uit Amsterdam die de koeken in de jaren '20 van de 20e eeuw verkocht. Maar de oorsprong kan ook liggen bij een Joodse bakker in Enkhuizen, die koeken verkocht die ook jodenkoeken werden genoemd. Ze worden in elk geval al sinds de 19e eeuw gebakken & wie vind ze nou niet lekker? Bij de jongens gaan ze er wel in! 

Ingrediënten voor 15 koeken

• 150 gram bloem
• 6 gram bakpoeder
• 50 gram witte basterdsuiker
• 0,5 theelepel kaneelpoeder
• snuf zout
• 0,5 theelepel dr. Oetker citroenrasp
• 15 ml / 1 eetlepel melk
• 100 gram ongezouten roomboter, op kamertemperatuur
• fijne kristalsuiker

En zo maak je ze

1. Roer de bloem, bakpoeder, basterdsuiker, kaneel en een snuf zout door elkaar. Doe de citroenrasp, melk en boter er bij en kneed het met je hand tot een soepel deeg. 
2. Maak van het deeg een platte plak, verpak dit in inpakfolie en leg het een uur in de koelkast. 
3. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
4. Bestuif je werkblad met een beetje bloem en leeg de deegplak er op. Rol het met een deegroller uit tot een lap van 3-5 mm dik. Steek hier met een ronde uitsteekvorm van 7,5 cm doorsnede rondjes uit en leg die met een spatel op de bakplaat. 
5. Bestrooi de koeken met fijne kristalsuiker (ik deed dit met een zeefje, dan wordt de suiker mooi gelijkmatig verdeeld). 
6. Bak de koeken in 14-15 minuten gaar in de oven. Haal de bakplaat uit de oven en laat de koeken op de bakplaat helemaal afkoelen.