Als wij Chinees halen zit daar bijna altijd babi ketjap bij. Maar we maken 't ook regelmatig gewoon zelf: met varkenshaas, ketjap, groente & kruiden. Zomaar klaar!  

Voor mij hoeven we trouwens nooit babi ketjap te halen hoor. Als vegetariër houdt ik nog steeds niet van een stukje varkenshaas. Ik neem meestal witte rijst met gado gado (en daar kieper ik dan het eitje net zo hard weer uit, brrr!). Ik houd gewoon niet van een gebakken of gekookt ei. Soms halen anderen wel eens foo yang hai voor mij ("want jij eet geen vlees, toch?"). Heel lief maar ooooh, wat vind ik dat smerig! :-( 

Van deze babi ketjap maak ik meestal twee porties tegelijk. Die 2e portie kan dan in de vriezer, of voor de volgende dag. Gewoon lekker nog een keer babi ketjap. Al komt 't daar meestal niet eens van, want omdat het zo lekker is gaat die extra portie meestal bijna meteen óók bijna helemaal op! 

Ingrediënten voor 2 personen

• 300 gram varkenshaas, in blokjes gesneden
• zout
• 2 teentjes knoflook, gesnipperd
• 1 ui, gesnipperd
• 1 rode paprika, in stukjes
• 1 eetlepel gemberpoeder
• 60 ml ketjap manis
• 15 gram bruine basterdsuiker
• 1 eetlepel citroensap
• 140 gram ongekookte rijst
• 1/2 eetlepel maizena
• kroepoek
  
  

En zo maak je het

1. Strooi wat zout over de blokjes varkenshaas. Verhit wat boter in een grote wok en bak het vlees kort aan. 
2. Voeg de ui, knoflook, paprika en gemberpoeder toe aan de varkenshaas en bak even mee. 
3. Doe dan de ketjap, basterdsuiker en citroensap er bij en stoof alles in ongeveer 15 minuten gaar. 
4. Kook ondertussen de rijst zoals aangegeven op de verpakking.
5. Meng de maizena aan met een beetje koud water. Voeg dat toe aan de saus & varkenshaas, zodat de saus dikker wordt. 
6. Serveer de babi ketjap met de rijst en kroepoek.