Ik had eindelijk mijn nieuwe broodbak-blikken in huis - en die moesten natuurlijk meteen worden getest! Ik bakte er als eerste dit lichtbruine melkbrood in. 

Nieuw materiaal is altijd even puzzelen. Het brood rees tijdens het bakken zo hoog, dat het bijna tegen de verwarmingselementen van de oven aankwam! Vandaar dat het brood een beetje te donker is aan de bovenkant; ik had het ietwat te laat in de gaten. Een stukje aluminiumfolie er over heen voorkwam dat het brood echt zwart werd. :-) 

En het duurde veel langer voor het brood gaar was dan ik had verwacht. Ik dacht dat een half uur in de oven wel voldoende zou zijn, maar pas na zo'n drie kwartier kon ik 'm uit de oven halen. Dat kan natuurlijk ook aan mijn oven liggen, dus check met regelmaat of 't brood al gaar is.

Maar uiteindelijk rolde er een heerlijk brood uit de oven: lekker zacht en vol van smaak. Ook na twee dagen was 't brood nog steeds vers!

Ingrediënten voor 1 groot brood

• 400 gram tarwebloem
• 100 gram volkoren meel
• 9 gram zout
• 7 gram droge gist
• 25 gram roomboter, op kamertemperatuur
• 325 ml halfvolle melk

En zo maak je het

1. Doe de bloem, meel en zout in een kom. Roer met een garde door elkaar. Voeg daarna de gist toe en roer nogmaals door elkaar met de garde.
2. Voeg de boter (in blokjes) en melk toe en kneed met de hand ongeveer 20 minuten, tot je een soepel deeg hebt waar je een vliesje van kunt trekken (het scheurt dan dus niet meer). Je hoeft geen extra bloem toe te voegen, het deeg wordt vanzelf minder plakkerig!
3. Vet een kom licht in met zonnebloemolie en leg de deegbal er in. Dek af met plastic en laat bij kamertemperatuur ongeveer 1 uur rijzen, tot het twee keer zo groot is.
4. Vet een broodbakvorm van 30 x 11 cm in.
5. Leg het gerezen deeg op je werkblad en druk de lucht er uit. Druk het deeg met je platte hand uit tot een rechthoekige lap. Niet scheuren of trekken, echt zachtjes drukken. Vouw de linkerflap van het deeg iets over het midden. Vouw daarna de rechterflap van het deeg een klein stukje over de linkerflap. 
6. Druk nogmaals van onder naar boven met je platte hand de lucht uit het deeg, en rol daarna het deeg op van onder naar boven. Leg het deeg met de naad naar beneden in het bakblik. Laat het deeg op een warme plek nogmaals een uur rijzen. 
7. Verwarm de oven intussen voor op 230 graden. Laat een plat metalen bakblik onderin de oven mee voorverwarmen. Ik gebruik daarvoor een brownievorm.  
8. Zet het brood als het goed is gerezen (het deeg veert dan langzaam terug als je het met je vinger indrukt) in de oven. Giet een kopje water in het bakblik onderin de oven. Dat zorgt voor stoom, waardoor het brood nog beter rijst. 
9. Bak het brood 20 minuten op 230 graden; verlaag daarna de oventemperatuur naar 200 graden en bak nog 30-40 minuten. Controleer wel even tussentijds; misschien duurt het in jouw oven minder lang voor het brood gaar is. Check ook regelmatig of de bovenkant van het brood niet te donker kleurt; leg er desnoods een stuk aluminiumfolie over heen. 
10. Het brood is klaar als het hol klinkt als je op de onderkant klopt. Haal het brood uit het bakblik en laat afkoelen op een rooster.