Desembrood met noten & vruchten

Bij deze vloerbroden experimenteerde ik met de hoeveelheid zuurdesemstarter. Ik had een pot vol met actieve zuurdesem, en daar wilde ik niet iets van weggooien. Ik besloot dus om meer starter door het deeg te mengen dan ik anders doe, en verlaagde de hoeveelheid bloem, meel en water naar verhouding. Je kunt namelijk met de 'bakkersformule' heel handig uitrekenen hoeveel meel, water, zout en gist (of zuurdesem je nodig hebt).

Het resultaat was in elk geval prima, want de broden rezen prima! En dat ondanks de grote berg vulling dat ik door het deeg had gekneed. Ik had alle restjes uit de kast daarvoor gebruikt: de laatste krenten, een restant dadels (altijd lekker!), een beetje gemengde noten en het laatste beetje mix van gedroogd fruit, noten & rozijnen. Vroeger hoefde ik echt niks extra's door mijn brood, maar nu is het 'hoe méér, hoe beter!'. Lekker hoor!

Het uiterlijk van de broden is nogal ruig geworden. Ik had zonder nadenken de vulling door het deeg gekneed, waardoor je de noten & vruchten ook aan de buitenkant van het brood ziet. Ik had 't er ook keurig in kunnen vouwen, zodat je niks aan de ongesneden broden zag & de vulling pas zichtbaar werd als je 't brood aansneed. Dan had ik wat meer aan de looks van de broden kunnen doen. Maar hé, aan de andere kant hebben van die ruige broden ook wel wat, vind je ook niet?    



Ingrediënten voor 2 broden

• 320 gram zuurdesemstarter
• 340 ml handwarm water
• 14 gram zout
• 300 gram tarwebloem
• 300 gram tarwemeel

Voor de vulling:

• 235 gram krenten
• 65 gram mix van gedroogd fruit, noten & rozijnen
• 105 gram notenmix
• 115 gram dadels, in stukjes

En zo maak je ze

1. Doe de krenten en noten-fruitmix in een kom en giet er heet water bij. Laat 15 minuten wellen. Giet daarna af en dep het fruit met een theedoek zo droog mogelijk.
2. Meng de bloem, meel en zout met een garde door elkaar. Roer de zuurdesemstarter en het water in een grote kom door elkaar.
3. Doe het meelmengsel bij het natte mengsel en kneed met het je handen in 10-15 minuten tot een soepel deeg dat je kunt uittrekken tot een bijna doorzichtig vliesje. Kneed daarna de krenten, noten, fruit en dadels door het deeg.
4. Verdeel het deeg in twee even grote ballen. Bestuif twee rijsmandjes met bloem (of bekleed twee schalen met twee theedoeken die je flink met bloem hebt bestoven). Vorm beide deegstukken tot een bol of langwerpig brood en leg die in de rijsmandjes. Dek de mandjes af met plastic (of de punten van de theedoeken). Zet ze daarna in de koelkast en laat het daar een nacht staan. Ben je 's ochtends al begonnen aan het deeg en wil je het brood aan het eind van de dag bakken? Dan kun je het deeg ook bij kamertemperatuur zo'n 5-6 uur laten rijzen en dan verder gaan bij stap 6.
5. Haal 's ochtends het gerezen deeg uit de koelkast en laat bij kamertemperatuur nog even door rijzen. Ik liet het deeg nog twee uur rijzen, maar korter kan ook prima.
6. Verwarm de oven voor op 240 graden. Zet onderin de oven een (lege) braadslede.
7. Keer de rijsmandjes voorzichtig om en leg de broden op een met bakpapier beklede bakplaat. Maak met een scherp mes een aantal keer kruislings sneden in de broden.
8. Giet een kop water in de braadslede in de oven (dat zorgt voor stoom tijdens het bakken). Verlaag de oventemperatuur naar 220 graden, zet de bakplaat met de broden in de oven en bak de broden in 30-35 minuten gaar. Ze zijn klaar als het hol klinkt als je op de onderkant van de de broden klopt, of als de kerntemperatuur 95 graden is. Laat afkoelen op een rooster.  

Meer foto's (en het recept) vind je hier.