Jésuites

Het was overigens wel even zoeken naar een goed recept, want die bleken niet met honderd tegelijk te vinden in kookboeken of online. Een jésuite is blijkbaar echt Frans en redelijk onbekend gebak. Uiteindelijk vond ik een stuk of wat verschillende Franse recepten, die ik combineerde tot een recept voor de jésuite uit mijn herinnering (zie hier voor een foto).

En deze week ging ik samen met Mannin van baksels.net aan de slag om de jésuites te maken. Zij had ze nog nooit gegeten, dus had echt géén idee hoe 't zou smaken, maar ze was na mijn verhalen wel erg nieuwsgierig. Speciaal voor dit recept zochten we naar grote vellen bladerdeeg (want ja, dat stond in de verschillende Franse recepten). En die grote vellen sneden we vervolgens in driehoekjes die je net zo goed uit kleine vierkante plakjes bladerdeeg kunt snijden, haha! Die moeite hadden we ons dus wel kunnen besparen :-) 

Ik was vooral benieuwd naar de meringuelaag op de bovenkant. Ik heb wel vaker meringues (schuimpjes) gebakken, en dat kost behoorlijk wat tijd om ze te maken. Dus hoe zou dat gaan met deze jésuites? Die bak je namelijk veel korter. Maar dat bleek gelukkig helemaal goed te gaan! De jésuites kwamen mooi lichtbruin uit de oven met een knapperig schuimlaagje op de bovenkant. 

En... proefden ze nou ook zoals de Franse jésuites? Jahaa!! O wat zijn ze lekker. Hier thuis vielen ze enorm in de smaak en ze waren zomaar op. Een paar verschillen met de Franse jésuite zijn er wel: de Franse waren echt enorm groot; onze jésuites zijn wat dat betreft een beter formaat. En de Franse waren in mijn herinnering ook dikker, al valt dat nog wel mee als ik de foto nu weer terug zie. Wellicht komt dat ook door het bladerdeeg wat we hebben gebruikt, want die was vrij dun. Maar hoe dan ook: ze zijn super lekker. Dit komt vaker op tafel!

 
Ingrediënten voor 18 stuks

• 18 vierkante vellen bladerdeeg

Voor de banketbakkersroom

• 300 gram volle melk
• merg van 1,5-2 vanillestokjes
• 60 gram eidooier
• 60 gram fijne kristalsuiker
• 20 gram maïzena

Voor de amandelcrème

• 100 gram roomboter, op kamertemperatuur
• 100 gram amandelmeel
• 100 gram fijne kristalsuiker
• Een paar druppels amandel- of rumextract

Voor de topping

• 2 eiwitten
• Poedersuiker
• Een paar druppels citroensap
• 2 zakjes geschaafde amandelen
• Beetje poedersuiker

Bereiding

Maak de banketbakkersroom:

1. Doe melk met het merg van 1,5-2 vanillestokjes in een steelpan.
2. Klop de eidooiers met de suiker goed los en voeg de maïzena toe.
3. Breng de melk aan de kook en giet deze al roerend bij de eidooiers.
4. Giet het mengsel terug in de pan en breng al roerend aan de kook, totdat de room begint in te dikken.
5. Giet de room in een schaal en leg een stuk huishoudfolie direct op de room (dat voorkomt vellen in de room). Laat afkoelen tot het opstijft.

Maak de amandelcrème:

1. Meng de boter, amandelmeel, 100 gram suiker en het amandel- of rumextract door elkaar.

Maak de topping:

1. Meng 2 eiwitten en voeg er poedersuiker aan toe tot je een dikke massa hebt. Je hebt hier flink wat poedersuiker voor nodig, want het moet een dikke, stroperige massa worden. 
2. Voeg een paar druppels citroensap toe en roer alles goed door elkaar. 

Maak de Jésuites:

1. Verwarm de oven voor op 200 graden.
2. Snijd het bladerdeeg in 36 even grote driehoekige punten.
3. Meng de banketbakkersroom en de amandelcrème door elkaar tot een amandelroom. Verdeel de amandelroom over 18 punten bladerdeeg. Niet helemaal tot aan de randjes smeren! Leg de andere 18 punten bladerdeeg hier bovenop en druk de randjes voorzichtig aan met je vingers.
4. Smeer de topping over de Jésuites. Strooi het amandelschaafsel hier over heen.
5. Bak de Jésuites in 20 minuten goudbruin. Laat daarna afkoelen op een rooster.
6. Bestrooi met wat poedersuiker.

Meer foto's (en het recept) vind je hier.