Soepstengels

Hoe dunner je het deeg snijdt, hoe knapperiger de stengels worden. Als ze wat dikker zijn, zijn ze van binnen nog een beetje zacht, meer als een mini-stokbroodje (zo omschreven de jongens het). Dat is trouwens net zo lekker, hoor! Je hoeft er trouwens niet persé wokkels van te draaien. Dat staat zo leuk, maar is wel een beetje meer werk. Als je sneller wilt, dan maak je er gewoon rechte soepstengels van! 



Ingrediënten voor ca. 50 stengels

• 200 ml handwarm water
• 6 gram instant gist
• 400 gram tarwemeel
• 7 gram zout
• 40 ml olijfolie
• 1 ei, geklutst
• zout
• maanzaad
• sesamzaad
• geraspte Parmezaanse kaas

En zo maak je ze

1. Roer de gist door het warme water.
2. Mix met een garde het zout door het meel.
3. Doe het meel daarna samen met de olijfolie bij het water en gist. Kneed het met je handen in een minuut of 5 tot een soepel deeg. In de standmixer kneden kan ook. 
4. Doe het deeg in een met wat olie ingevette kom. Dek de kom af en laat het deeg bij kamertemperatuur 1 uur rijzen. 
5. Verwarm de oven voor op 200 graden. 
6. Kneed het deeg in de komen nog een keer of 2-3 door met je handen. Bestuif je werkblad met wat tarwemeel en stort het deeg hierop. Rol het met een deegroller uit tot een lap van 0,5-1 cm dik. 
7. Snijd het deeg met een pizzasnijder of een scherp mes in dunne repen (hoe dunner, hoe knapperiger de stengels). Je kunt hele lange repen maken, maar je kunt ze ook in repen van 10 cm lang maken. 
8. Draai elke reep tot een wokkel en leg die op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrijk alle 'deegwokkels' met geklutst ei. Bestrooi ze met wat zout en daarna met bijv. maanzaad, sesamzaad of geraspte kaas. Je kunt ze ook 'blanco' laten. 
9. Bak de soepstengels in 15 minuten gaar in de oven. Laat ze daarna afkoelen.
   
   

Meer foto's (en het recept) vind je hier.